Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar in de profeten van Jeruzalem zie Ik [35]afschuwelijkheid; zij bedrijven overspel, en [36]gaan om met valsheid, en [37]sterken de handen der boosdoeners, opdat zij zich niet bekeren, een iegelijk van zijn boosheid; zij allen zijn Mij als [38]Sodom, en [39]haar inwoners als [40]Gomorra. 35. Gelijk boven hfdst.5 vs.30. 36. Hebreeuws, wandelen in, of met valsheid. 37. Geven hun goeden moed, belovende hun Gods zegen en vrede. Zie onder vs.17, en vergelijk Ezech.13:22. 38. Dat is, als de inwoners van Sodom eertijds waren, te weten ten hoogste goddeloos. 39. Van Jeruzalem. 40. Dat is, de inwoners van Gomorra.